Uit de kerkenraad
Uit de kerkenraad
Competitie
We zijn de afgelopen maand getuige geweest van de Olympische Spelen. Een evenement welke in de kern een competitie (wedijver) tussen mensen . De televisie zond alle dagen constant uit en de kranten stonden er bol van. Zo iets appelleert kennelijk aan ons alom aanwezige gevoel dat we ons door onderlinge strijd kunnen onderscheiden waardoor er medailles (eerbetoon) worden overhandigd aan de besten, de winnaars. Meteen moet hierbij worden opgemerkt dat als er winnaars zijn er ook (veel) verliezers zijn. In geval van de genoemde Spelen gaat het om elkaar fysiek de maat te nemen maar het dagelijks leven is ook vol van uitingen dat we elkaar mentaal de maat nemen. Of het nu gaat om religieuze ,sociale, politieke of economische uitingen altijd zijn er voor- en tegenstanders die met elkaar de strijd aangaan. Dat gaat soms ver, dan spreken we van polarisatie. En dat gaat soms zo ver dat er een werkelijke strijd ontstaat tot aan oorlogen toe. In dit laatste geval verliest de rede haar gezag en krijgt menselijke macht de overhand.
Zo woedt er tussen start en finish in een mensenleven heel wat strijd waarbij onderlinge competitie vaak een drijfveer is. Dit kan het goede in een mens naar boven halen maar is er zeker ook het gevaar dat we onszelf verliezen in respectloos gedrag naar een ander.
De vraag dringt zich hier op wat ons kompas moet zijn.
Allereerst iets over het door ons af te leggen traject, het traject van start tot finish:
Op de Olympische Spelen zijn start en finish duidelijk gemarkeerd hetzij door
een streep over de grond of een aanduiding op het water hetzij door het resultaat van een bevochten eindklassement.
In ons menselijk leven zijn er weliswaar geboorte en sterven maar deze momenten zeggen niets over de inhoud van ons levenstraject.
Dat wordt anders als we de inhoud van ons traject koppelen aan ons geloof.
In Openbaring 1:8 zegt God: “ Ik ben de Alfa en de Omega, de Almachtige”
De alfa en de omega zijn de eerste en laatste letter van het klassieke Griekse alfabet. Dat betekent dat onze levensstrijd altijd wordt overkoepeld door Gods Almacht.
In Openbaring 22:13 zegt Jezus “ Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste”. Met de toevoeging dat Hij een Engel naar de gemeenten heeft gezonden om deze dingen te bevestigen.
Uit Kolossenzen kunnen we opmaken dat de Zoon als Alfa de grond en het aanvangspunt van alle schepselen is door Wie alles bestaat en dat Hij ook het einddoel is . In Hem moet, al wat gescheiden is, herenigd worden en door Hem al wat losgerukt is, teruggebracht worden tot de oorsprong.
Het doel van ons levenstraject is dus niet een door mensen ontworpen medaille maar een door God ontworpen oorspronkelijkheid. Het besef hiervan komt terug in onze kerkelijke presentatie: van startzondag naar eind van het kerkelijk jaar.
Dan iets over het strijden zelf:
In 1 Timotheüs lezen we over een aanbeveling van Paulus aan hem als hij naar Efeze gaat. In vers 5 wordt het einddoel van de aanbeveling verwoord:
“liefde die voortkomt uit een rein hart, een goed geweten en een ongeveinsd geloof.”
In vers 18 wordt Timotheüs opgeroepen de goede strijd te strijden, gewetensvol en vol van geloof.
Het is natuurlijk goed dat mensen competities houden, zowel fysiek als geestelijk, maar dan wel respectvol naar elkaar. Het kan zeker aanleiding zijn jezelf te ontwikkelen, jezelf te presenteren en communicatief vaardig te worden. Allemaal zaken die het ons makkelijker maken het leven met al haar uitdagingen aan te kunnen.
Maar we mogen met blijdschap en dankbaarheid constateren dat als we ons leven plaatsen tussen de Alfa en de Omega er geen competitie nodig is, dan hebben we door genade alleen al de hoofdprijs. Dan mogen we ons inwoner noemen van het Koninkrijk der Hemelen welke reeds nu een aanvang heeft genomen, dan komt er in ons een nieuwe mens tot wasdom waar niet het onderscheiden op de eerste plaats staat maar het verenigd zijn.
Dit alles brengt ons tot het volgende:
Competitie incidenteel ingezet kan ons tijdelijk verrijken
Structureel gaat het niet om competitie maar om aanvaarding en overgave, dat zal ons eeuwig verrijken.
Van start naar finish hoeven we niet de snelste of de beste te zijn want we mogen ons al overwinnaars weten door Jezus Christus te belijden. Daarbij krijgen we van Hem de energie om de goede strijd te strijden:
Niet onze eer maar de eer van God.
Een strijdvaardige tijd toegewenst vanuit een ongeveinsd geloof.
Met hartelijke groet, mede namens de kerkenraad, A.P. v. E.
|